Sanquin congres: drone-wetgeving gaat de zorg schoner, sneller en goedkoper maken


Bij Sanquin Bloedvoorziening gisteren een ‘bloedmooie’ en inspirerende middag gehad. In Amsterdam heb ik op haar congres, gesproken over de inzet van medische drones en de rol van de overheid. De overheid moet inspelen op markt- en technische ontwikkelingen, innovaties stimuleren en faciliteren. Ik ben overtuigd van de indrukkende mogelijkheden.

Er is één Europees luchtruim. De Europese Unie is qua drone-gerelateerde toepassingen – wettelijk gezien – al verder dan Nederland. Verkeersregels voor drones moeten in Nederland snel actueel gemaakt worden. 

Nederland wordt ‘Europees’ ingehaald. In België is al met een Dronetaxi gevlogen. President Macron van Frankrijk heeft zelfs al gesteld dat er nog vóór de Olympische Spelen in de zomer 2024 commerciële vluchten mogelijk zijn met een ‘Volocopter’ – megadrone voor twee passagiers zonder piloot. In de haven van Antwerpen wordt al routinematig gesurveilleerd. En, in Spanje is het al heel normaal is drenkelingen worden gered door een drone die drijfmiddelen afwerpt.

Het vliegen met drones kan zorgen van >95% CO2-reductie, ten opzichte van vervoer op de weg. Dit is in combinatie met de noodzakelijkheid dat (specifiek) bloed binnen een uur bezorgd moet kunnen worden, en álle files in Nederland, maakt het gebruik van drones voor organisaties zoals Sanquin heel relevant. 

Het was fijn dat ik kon vertellen dat het Kabinet ruimte wil geven voor vernieuwende technologie, zoals onbemande drones. De overheid wil beleid aanpassen, bestaande regelgeving voor professionals eenvoudig maken en ruimte geven voor experimenteren en dat ook stimuleren.

Er moet nog veel gebeuren om drones veilig in het Nederlandse luchtruim in te zetten. We leven in een ‘overgereguleerd’ land en bestaande regels staan soms nieuwe regels in de weg. Ook is er (te) veel verschillende wetgeving. Bijvoorbeeld: Voor orgaantransport staat in de wet dat transporteren ervan altijd moet plaatsvinden in het bijzijn van een persoon, wat vliegen met een onbemande drone beperkt. Ook zijn er natuurlijk veel instanties die mee willen praten en instanties die overtuigd moeten worden. Natuurbeschermers van de Waddenzee zijn bijvoorbeeld tegen drone ontwikkelingen, maar traumahelikopters moeten voor nood-medicatie af en toe van Groningen naar een Waddeneiland kunnen vliegen. Dit stoot veel meer CO2 uit, produceert meer geluidsoverlast en is bovenal (zorg)kosten verhogend. Dit maakt de drone – als alternatief – veel schoner, sneller en goedkoper. 

Ook heeft de overheid te maken met arbeidskrapte en beperkte expertise, dus ook organisaties zoals Inspectie Leefomgeving & Transport, zijn van belang om toepassingen met drones mogelijk te maken.

Ik zie wel veel lichtpuntjes, het besef en inzicht om met wet- en regelgeving rondom drones aan de slag gaan is ingedaald bij de overheid. Ook is de techniek er klaar voor, inspireren ook buitenlandse voorbeelden en is er een steeds grotere vraag vanuit het bedrijfsleven. 

Samen met luchtvaart-woordvoerder Daniël Koerhuis wil ik me blijven inzetten en kijken hoe we de drone ontwikkelingen verder kunnen brengen. Er moet snel test- en experimenteerruimte komen. Ervaring in Nederland opgebouwd worden, dat zorgt voor meer draagvlak. Sanquin moet dan zorg ook sneller en dichter bij de patiënten kunnen brengen. Ik hoop en verwacht dat we snel meer drones zien vliegen!