Motie om te komen tot een tussenregeling voor sportduikers die vrijwillig duiken naar vermiste personen

Volgens de wet mogen alleen beroepsduikers naar vermiste personen zoeken. In 2019 kreeg Stichting Signi Zoekhonden een flinke boete omdat ze als vrijwilligersorganisatie naar een vermist persoon gedoken hebben in de Oosterschelde bij Zierikzee. Volgens de Arbowet mogen alleen bedrijven deze zwaardere en hooggespecialiseerde duikwerkzaamheden uitvoeren, terwijl in andere Europese landen deze eisen niet gelden voor vrijwillige en zelfstandige duikers.

 

Het is redelijk om van duikers te verwachten dat ze zich houden aan veiligheidsprotocollen en dat er eisen worden gesteld aan het ‘type’ water waar in gedoken mag worden, maar het is onbegonnen werk – en te kostbaar – om in alle gevallen een opleiding op het niveau van een professioneel brandweerduiker te verwachten. Sinds 2020 zijn vele zoekacties naar vermiste personen gestopt omdat vrijwillige (sport)duikers geen boetes willen riskeren. Daardoor loopt het aantal onopgeloste vermissingszaken op en blijven nabestaanden langer in onzekerheid.

 

In april dit jaar stelde ik samen met Inge van Dijk (CDA) vragen aan de Minister van Sociale Zaken & Werkgelegenheid over een vermissingszaak van Piet Hölskens en Hans Martens uit Asten, waarbij hele gerichte informatie beschikbaar is dat ze te vinden zouden zijn in een zandwinningplas in Brabant. Sindsdien is er door de Minister advies gevraagd aan experts van De Stichting Werken onder Overdruk over hoe de wet zou kunnen worden aangepast, maar tot nu toe is het stil gebleven. Ik heb daarom tijdens het Tweede Kamer debat op 3 oktober een motie ingediend om de Minister aan te moedigen een overgangsregeling te treffen. Het is voor mij onverteerbaar dat sportduikers wel mogen zoeken naar vissen, maar niet naar autowrakken of vermiste personen. Ik wil dat de wet snel wordt aangepast, zodat ook sportduikers of vrijwillige duikers (weer) ingezet kunnen worden om vermiste personen te vinden.